Ga direct naar de contentGa direct naar de footer

Als geestelijk verzorger mag je mensen écht ontmoeten

Publiceerdatum

Bij ziekte komen vaak emoties, vragen en gevoelens los. De geestelijk verzorgers van het Spaarne Gasthuis staan klaar voor patiënten en hun naasten. Zij hebben aandacht voor wat hen bezighoudt en luisteren naar hun verhaal. Een van die geestelijk verzorgers is Vicky Hölsgens, sinds 2019 werkzaam bij het Spaarne Gasthuis.

“Van jongs af aan ben ik geïnteresseerd in mensen; wie ze zijn, wat ze meemaken en hoe ze omgaan met wat er op hun pad komt. Voor mij was de opleiding Humanistiek, met geestelijke verzorging als afstudeerrichting, dus een logische keuze. Tijdens mijn stage aan het Erasmus MC kwam ik erachter dat ik dit werk wilde uitvoeren in een ziekenhuis. De doelgroep is heel divers en het kan heel hectisch zijn. Daar houd ik van! ’s Ochtends weet je nog niet wat de dag gaat brengen.”

Geestelijke verzorging tijdens corona

“Mijn dag begint met het checken van de verzoeken die ik van artsen en verpleegkundigen heb gekregen. Bij welke patiënten ga ik langs? Ook geef ik onderwijs aan andere medewerkers van het Spaarne Gasthuis over wat geestelijke verzorging is en wat zij hierin zelf kunnen betekenen. Het Spaarne Gasthuis heeft als doel dat iedereen zich gehoord en gezien voelt, dus dat stukje onderwijs draagt daaraan bij. Sinds de coronacrisis ligt het geven van onderwijs echter stil, maar hopelijk kunnen we het snel weer oppakken.”

Waar Vicky en haar collega’s eerst hun aandacht over verschillende afdelingen verdeelden, hadden ze tijdens de eerste golf van de coronacrisis hun handen grotendeels vol aan de corona-afdeling. “Dat kwam omdat de reguliere zorg zoveel mogelijk werd afgeschaald. Tijdens de tweede golf is dat anders, doordat zoveel mogelijk reguliere zorg is doorgegaan. Het was en is een aparte tijd, doordat onzekerheid de grootste factor is.”

“Omdat er tijdens de eerste golf zo weinig bekend was van het virus, wisten we niet wat we moesten verwachten. Wat we wel merkten, en ook regelmatig te horen kregen van artsen en verpleegkundigen, was dat patiënten die zich eerst goed voelden ineens snel achteruitgingen. Het virus is grillig en zorgde voor onrust. Veel patiënten deelden met mij hun onzekerheid en angst. Wat gaat er komen? Niemand kon die vraag beantwoorden en de patiënten mochten ook nog eens geen bezoek ontvangen. Gelukkig konden wij hen ondersteunen door een luisterend oor te bieden én konden we hun naasten telefonisch te woord staan. Ik heb gemerkt dat mensen dat heel fijn vonden.”

Gespreksonderwerpen

Wat zijn onderwerpen die Vicky zoal bespreekt met de patiënten? “Dat kan van alles zijn, aangezien elke patiënt zich in een andere situatie bevindt. De een is terminaal, bij de ander zijn er complicaties opgetreden. De standaard openingsvraag is dan ook hoe het met iemand gaat en wat er in zijn of haar hoofd omgaat. Vragen die de patiënt aan zichzelf stelt, zijn: hoe ga ik met deze nieuwe situatie om? Wat doet het met mij? We gaan een heel open gesprek aan en bespreken eventueel ook het levenseinde. Dan denkt men na over een eventuele behandeling, het afscheid nemen, het invullen van de laatste weken of maanden en hoe diegene terugkijkt op het leven. De échte levensvragen worden besproken.”

“Een gesprek gaat nooit over niets, maar het kan aan het begin wel over koetjes en kalfjes gaan om het ijs te breken. Logisch, want er zit een vreemde aan je bed waaraan je jouw verhaal vertelt. Het komt weleens voor dat iemand geen behoefte heeft aan zo’n gesprek. Ik maak dan duidelijk dat de deur altijd openstaat. Soms komen ze er dan later toch op terug.”

Hoeveel vragen er ook worden gesteld, een geestelijk verzorger geeft hierop geen antwoord. “Dat is het ding met levensvragen. Op sommige vragen heeft niemand een antwoord en op andere kun je alleen zélf antwoord geven. Wel proberen we al pratende met elkaar helderheid in de situatie te vinden.”

“Ethische dilemma’s kan ik uiteenzetten, maar uiteindelijk moet de patiënt zelf een keuze maken. Zo lag er een mevrouw op de corona-afdeling die naar de intensive care zou moeten als ze nog meer zuurstof nodig zou hebben. Zij wist niet of zij dat nog wel wilde. Samen met de arts hebben we een gesprek gevoerd. De vrouw was in het verleden al ernstig ziek geweest, dus ik vroeg haar wat haar toen heeft gemotiveerd om te vechten. Dat zette haar aan het denken en na het gesprek wist ze dat ze ervoor wilde gaan. Ze ging er dus mee akkoord om naar de ic te gaan als het erop aankwam. Het was zo mooi om haar vanuit haar hart een besluit te zien nemen.”

Tweede natuur

“Buitenstaanders zeggen vaak tegen me dat ik zwaar werk heb, maar zo zie ik het niet. Als ik gesprekken heb met vrienden, gaan we ook snel de diepte in. Het is voor mij een tweede natuur om zo over het leven te praten en eindigheid is voor mij ook geen ‘eng’ thema. Het hoort bij het leven. Op die manier kan ik heel open een gesprek aangaan. Een eerste gesprek is vaak intens, maar het mooie is dat het contact wat daarna volgt vaak wat luchtiger is en er ruimte is voor humor. Zo bijzonder; contact maken met iemand die op z’n kwetsbaarst is. Het is naar mijn mening het prachtigste vak dat je kunt uitoefenen, omdat je mensen écht mag ontmoeten. Je komt bij dat deel van de mens waar niet veel mensen komen. En dat je daar dan iets in kan betekenen, vind ik heel waardevol.”

Bron: HIK Magazine
Uitgave: Nummer 22, december 2020