Buikgriep de baas
Publiceerdatum
Elk jaar in de herfst of de winter krijgen we wel een keer te maken met het norovirus. Dit is een zeer besmettelijk virus dat we ook wel gewoon 'buikgriep' noemen.

In Nederland worden elk jaar bijna 800.000 mensen ziek van het norovirus. Dat gebeurt vooral in de periode na de zomervakantie tot de kerst en soms juist na de kerstvakantie. Dat is ook niet zo gek. De kinderen gaan weer naar school en kunnen elkaar gemakkelijk besmetten. Daarnaast wordt in deze periode de weerstand wat minder, wat de mensen vatbaarder maakt voor virussen. Bij buikgriep hebben mensen last van misselijkheid, overgeven en diarree. Het overgeven is vaak heftig en komt vaak heel plotseling. Ook koorts, hoofdpijn, buikpijn en buikkramp komen voor. De verschijnselen gaan vanzelf weer over.
Hoe kom je er aan?
Het virus wordt van mens op mens overgedragen. Mensen die overgeven of diarree hebben, scheiden miljoenen virussen uit. Zo’n virus komt door contact met braaksel of ontlasting op de handen terecht en kan zich zo verder verspreiden. Als de handen na toiletbezoek niet goed worden gewassen blijft het virus bijvoorbeeld achter op deurklinken of speelgoed. Als een besmet persoon eten klaarmaakt, kan het virus ook in de voeding terechtkomen en zo weer nieuwe mensen besmetten.
Hoe kom je er af?
Er bestaat geen geneesmiddel tegen deze buikgriep. Het lichaam moet het virus zelf opruimen. De meeste mensen zijn na één of twee dagen weer op de been. Na vier dagen zijn de klachten meestal verdwenen. Bij jonge kinderen, ouderen en mensen met een verzwakte afweer kan het wat langer duren. Voelt iemand zich langer dan vijf dagen ziek, dan is het verstandig contact op te nemen met de huisarts. Het is belangrijk dat de zieke voldoende vocht, suikers en zouten binnen krijgt om uitdroging door diarree te voorkomen. En wie het kan verdragen, kan gewoon blijven eten.
Hoe voorkom je het?
Het norovirus is een sterk virus. Het kan buiten het lichaam lang overleven. Op deurknoppen, kranen, handdoeken, snijplanken, broodjes, broodbeleg, enzovoort. Maar het virus is niet te herkennen. Je ziet of ruikt het niet. En dus is het zaak om altijd de juiste hygiënemaatregelen te treffen. In het ziekenhuis zijn we dat natuurlijk gewend. Maar ook thuis geldt het advies: handen wassen! Vooral na toiletbezoek en voor het (klaarmaken van) eten. Handdoeken, theedoeken en vaatdoekjes regelmatig in de was. En als een familielid last heeft van overgeven en diarree, desinfecteer dan het toilet met bleekwater. Daarmee kan je een hoop ellende voorkomen.