Ga direct naar de contentGa direct naar de footer

Delier? Liever voorkomen

Publiceerdatum

Vaak hoor je dat oudere patiënten in het ziekenhuis een delier krijgen. Dat is een plotse verwardheid. In veel gevallen is het tijdelijk. Maar de gevolgen kunnen blijvend zijn. Daarom besteden we er in het Spaarne Gasthuis veel extra aandacht aan.

Mensen met een delier kunnen heel onrustig worden, met hallucinaties, angst en/of agressie. Het kan ook zijn dat iemand juist stil en teruggetrokken wordt. En een combinatie komt ook voor. Iemand is bijvoorbeeld overdag heel rustig, maar raakt in paniek zodra het donker wordt en is dan moeilijk rustig te krijgen. Een delier is geen dementie. Maar als iemand een delier heeft gehad, is de kans groter dat hij dementie krijgt, of als de dementie er al is, dat die dan erger wordt. Ook de kans op overlijden neemt toe. Patiënten blijven bovendien vaak nog lang bang door de hallucinaties die ze gehad hebben. 

Wat kunnen we doen?

Ralph Vreeswijk, verplegingswetenschapper geriatrie: “Als we een kwetsbare, oudere patiënt opnemen, dan schatten we altijd het risico op een delier in. Zo kijken we naar leeftijd, aanwezige geheugenproblemen, medicijnen en eerdere ziektes. Als een patiënt een hoger risico op een delier heeft, nemen we speciale maatregelen. Soms gaat het om medicijnen om een delier te voorkomen. Soms zijn het verpleegkundige maatregelen. Het helpt bijvoorbeeld als de patiënt een duidelijke kalender in de kamer heeft, en foto’s van bekenden. We letten extra op goed eten en drinken, het gebruik van bril en gehoorapparaat. Ook de keus voor een bepaalde patiëntenkamer en de plaats in die kamer speelt een rol. Uit onderzoek blijkt dat deze maatregelen de kans op een delier heel sterk verminderen, tot wel 55%.”