Ga direct naar de contentGa direct naar de footer

Wij kunnen sneller beoordelen wat er aan de hand is

Publiceerdatum

Voor zo’n veertig patiënten met ernstige COPD is het een te zware opgave om naar de polikliniek in het Spaarne Gasthuis te komen. Longverpleegkundigen in de thuiszorg houden hen dan ook nauwlettend in de gaten, en steeds vaker doen ze dat op afstand met behulp van het digitale platform Compaan.

Patiënten krijgen een tablet van Compaan waarmee ze niet alleen kunnen beeldbellen maar ook thuismetingen kunnen doen. COPD-patiënten vullen dan onder meer een CCQ (Clinical COPD Questionnaire)- vragenlijst in. Zijn ze kortademiger? Moeten ze meer hoesten? Daarnaast is aan de tablet een saturatiemeter gekoppeld waarmee patiënten het zuurstofpercentage in hun bloed kunnen meten.

Verpleegkundig specialist longziekten Daniëlle Wester: “Als longverpleegkundigen in de thuiszorg op basis van die metingen afwijkingen constateren, nemen ze contact met ons op om te overleggen. Dan bespreken we bijvoorbeeld of we de klachten met prednison kunnen verminderen, en ik kan dan meteen een recept uitschrijven.” Grote winst van het thuismonitoren van COPD-patiënten is volgens Wester tweeledig: “Patiënten hoeven alleen nog maar naar het ziekenhuis te komen als het echt nodig is, en wij kunnen sneller beoordelen wat er aan de hand is en een opname voorkomen. Via de telefoon is het lastig controleren hoe iemand ademt of een pufje neemt. Maar met de gegevens die de patiënt thuis invult, kunnen we beter objectiveren.”

Longartsen en huisartsen zitten samen aan tafel om te komen tot een Regionale Transmurale Afspraak voor COPD, waarbij ook initiatieven zoals thuismonitoring een plekje moeten krijgen.
Daarnaast verkent het ziekenhuis de mogelijkheden om de gegevensuitwisseling te verbeteren. Wester: “De gegevens die de thuiszorg stuurt, moet ik handmatig in het patiëntendossier
invoeren. Een overzichtelijk beeld van het verloop van de ziekte ontbreekt dus nog. Ik hoop dan ook dat er snel een koppeling met ons EPIC-systeem komt, dat zou een mooie volgende stap zijn.”