‘Onze zorg wordt beter door patiënten erbij te betrekken’
Klinisch geriater Jorien Soms is een goede kwaliteit van leven niet vanzelfsprekend en is er zorg nodig. Maar dat wil niet zeggen dat je als patiënt alles uit handen moet geven. Sterker nog, in het Spaarne Gasthuis is de inbreng van patiënten heel belangrijk. Want - zo redeneert men – samen nemen we betere beslissingen.
Wie kent een patiënt nou beter dan de patiënt zelf en/of zijn naasten? Dus waarom zou je die niet nauw betrekken bij de zorg? Luisteren naar de wensen van de patiënt is een essentieel onderdeel van de zorg in het Spaarne Gasthuis. Alleen dan kun je samen met de patiënt beslissen over zorg en behandeling. Een specialisme waar samen beslissen veelvuldig voorkomt is geriatrie. Klinisch geriater Jorien Tromp ziet haar patiënten als uitermate belangrijke gesprekspartners.
Belangrijke beslissingen
“In de geriatrie zijn wij er als arts voor oudere mensen, die vaak belangrijke beslissingen moeten nemen. Welke zorg is er nodig en mogelijk? Wat is belangrijk voor de patiënt en wat wil hij of zij nog kunnen? Daarover gaan we het gesprek aan. Stel, een kwetsbare oudere heeft eigenlijk een nieuwe knie nodig. Maar diegene wil graag vooral nog fijne gesprekken kunnen voeren en kan ook door andere lichamelijke klachten niet ver meer lopen. Soms wegen de risico’s op achteruitgang na een operatie niet op tegen het voordeel voor de patiënt. Dan kunnen we er samen voor kiezen die operatie niet te doen. We kijken wat het doel is van de patiënt en wat daarvoor de beste behandeling is.”
Al 10 jaar werkt Tromp in de geriatrie, waarvan 3 jaar als klinisch geriater in het Spaarne Gasthuis. Voordat ze aan haar jarenlange studie begon, werkte ze in de thuiszorg. “Ik houd van mensen met levenservaring”, verklaart ze. De lessen uit de thuiszorg heeft ze dankbaar meegenomen naar haar huidige werk. Luisteren zit in haar bloed. “Ik vind het fijn om niet blindelings de stappen te volgen die een protocol voorschrijft. Maar écht samen met de patiënt en de familie tot het gewenste resultaat te komen.”
Intieme momenten
Het is een intensief vak dat Tromp uitoefent. De gesprekken zijn intens en regelmatig emotioneel. “Ja natuurlijk raken die gesprekken mij. Dat is weleens pittig. Maar als dat niet het geval zou zijn, moet je stoppen. Ik vind het mooi dat ik op zulke intieme momenten zo betrokken mag zijn bij iemand. En dat ik iets kan betekenen. Dat is waardevol en dankbaar. Er wordt hier gehuild, maar ook gelachen. Ik probeer me te verplaatsen in de patiënt en de familie. Wat willen zij? Dat verschilt nogal per patiënt. Bij de één gaan we verder qua behandeling dan bij de ander. Maar altijd staat het belang van de patiënt voorop. Soms moet je daarvoor over je eigen waarden heenstappen. De patiënt weet wat belangrijk voor hem is en dan moet je niet star vasthouden aan wat jij als arts denkt dat het beste is.”
In het Spaarne Gasthuis staan luisteren naar de patiënt en samen beslissen hoog in het vaandel. En dat is best wennen voor sommige patiënten, weet Tromp. “Ja, er zijn er die zeggen ‘hallo, jij bent hier toch de arts, vertel jij maar wat ik moet doen’. Er is bewustwording nodig om te beseffen dat ze wel degelijk zelf iets te vertellen hebben. Daarom nemen we veel tijd voor onze oudere patiënten. Een gesprek duurt zo’n 70 minuten. Dat werkt goed. De zorg wordt echt beter doordat onze patiënten en hun familieleden meedenken.”
Diagnose voelt als opluchting
Dagelijks komen ze bij de arts op haar kamer in het Spaarne Gasthuis in Haarlem-Zuid. Ouderen met ziektebeelden zo divers als de patiënten zelf. De ene keer is de behandeling gericht op genezing, een andere keer op verbeteren van kwaliteit van leven. En soms gaan gesprekken over de laatste levensfase.
De wens en bescherming van de patiënt staan daarbij altijd centraal. “Gesprekken zijn af en toe lastig en leveren weleens een teleurstelling op”, zegt Tromp. “Of patiënten worden zelfs boos. Bijvoorbeeld als ik zeg dat ze minder alcohol moeten drinken of niet meer mogen autorijden. Ik snap dat en blijf rustig. Het helpt vaak al als ze na zo’n bericht even een rondje gaan wandelen. Soms ook is het een opluchting voor een patiënt om een diagnose te horen. ‘Zie je wel, ik stel me niet aan. Wat ik heb heeft een naam’. Dementie is daar een voorbeeld van. Natuurlijk is dat een vervelende boodschap. Maar het maakt wel een hoop duidelijk.”
De sympathieke Tromp is een bevlogen en bekwaam arts. Maar ook een mens. En dus heeft haar werk invloed op haar privéleven. “Ik denk dat ik heb leren relativeren en de geluksmomenten meer kan waarderen. En in mijn werk helpt het dat ik écht geïnteresseerd ben in mijn patiënten. Ik luister graag naar ze. Als arts, maar ook als mens.”
Diagnose voelt als opluchting
Dagelijks komen ze bij de arts op haar kamer in het Spaarne Gasthuis in Haarlem-Zuid. Ouderen met ziektebeelden zo divers als de patiënten zelf. De ene keer is de behandeling gericht op genezing, een andere keer op verbeteren van kwaliteit van leven. En soms gaan gesprekken over de laatste levensfase.
De wens en bescherming van de patiënt staan daarbij altijd centraal. “Gesprekken zijn af en toe lastig en leveren weleens een teleurstelling op”, zegt Tromp. “Of patiënten worden zelfs boos. Bijvoorbeeld als ik zeg dat ze minder alcohol moeten drinken of niet meer mogen autorijden. Ik snap dat en blijf rustig. Het helpt vaak al als ze na zo’n bericht even een rondje gaan wandelen. Soms ook is het een opluchting voor een patiënt om een diagnose te horen. ‘Zie je wel, ik stel me niet aan. Wat ik heb heeft een naam’. Dementie is daar een voorbeeld van. Natuurlijk is dat een vervelende boodschap. Maar het maakt wel een hoop duidelijk.”
De sympathieke Tromp is een bevlogen en bekwaam arts. Maar ook een mens. En dus heeft haar werk invloed op haar privéleven. “Ik denk dat ik heb leren relativeren en de geluksmomenten meer kan waarderen. En in mijn werk helpt het dat ik écht geïnteresseerd ben in mijn patiënten. Ik luister graag naar ze. Als arts, maar ook als mens.”